
Jurisprudentie
AQ8975
Datum uitspraak2004-08-26
Datum gepubliceerd2004-09-06
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers03/6471 ABP
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2004-09-06
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers03/6471 ABP
Statusgepubliceerd
Indicatie
Niet tijdig indienen beroepschrift.
Uitspraak
E N K E L V O U D I G E K A M E R
03/6471 ABP
U I T S P R A A K
met toepassing van artikel 21 van de Beroepswet in samenhang met artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht in het geding tussen:
[appellant], wonende te [woonplaats], appellant,
en
de Staatssecretaris van Defensie, gedaagde.
I. INLEIDING
Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen een door de Rechtbank ‘s-Gravenhage op 31 oktober 2003, nummer AWB 03/2344 ABP, tussen partijen gegeven uitspraak.
Deze uitspraak is op 11 november 2003 in afschrift aan partijen toegezonden.
Het beroepschrift is op 25 december 2003 per telefax verzonden en op die datum ter griffier ontvangen.
II. MOTIVERING
Op grond van artikel 6:24 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in samenhang met de artikelen 6:7, 6:8, 6:9 en 6:11 van die wet geldt het volgende.
De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken. Deze termijn gaat in op de dag na die waarop de aangevallen uitspraak door middel van de toezending van een afschrift aan partijen is bekendgemaakt.
Een beroepschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen. Bij verzending per post is een beroepschrift tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen.
Volgens de in rubriek I vermelde gegevens moet worden geoordeeld dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend.
Ten aanzien van een na afloop van de beroepstermijn ingediend beroepschrift blijft niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.
Bij schrijven van 14 januari 2004 is aan appellant gevraagd naar de reden van de termijnoverschrijding.
Appellant heeft daarop bij brief van 24 januari 2004 geantwoord de aangevallen uitspaak eerst op 27 november 2003 te hebben ontvangen omdat hij onder de WSNP valt en de post als regel eens per veertien dagen krijgt toegezonden. Voorts geeft appellant aan door griep te zijn geveld waardoor hij niet in staat was het beroepschrift tijdig in te dienen.
Hetgeen appellant ter zake heeft aangevoerd, bevat geen grond waarop redelijkerwijs kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
De Raad overweegt daartoe dat niet is komen vast te staan dat eiser de gehele beroepstermijn buiten staat is geweest zijn beroepschrift in te dienen cq door een derde persoon in te laten dienen.
Het hoger beroep is derhalve kennelijk niet-ontvankelijk, zodat zonder verder onderzoek wordt beslist zoals hierna in rubriek III is aangegeven.
De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gegeven door mr. G.L.M.J. Stevens, in tegenwoordigheid van R.E. Koerts als griffier, en uitgesproken in het openbaar op 26 augustus 2004.
(get.) G.L.M.J. Stevens.
(get.) R.E. Koerts.
Tegen deze uitspraak kunnen de belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na de verzending van dit afschrift schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT.
De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.